1. Zet alles klaar wat je nodig hebt. 2. Verwijder het losse vuil en stof op de kozijnen en muren met een stoffer of ragebol. 3. Verwijder met een zachte doek het losse vuil van de ramen. Gebruik een ruitenkrabbertje om vastzittend vuil te verwijderen. 4. Neem dan het houtwerk af met een natte maar druipvrije spons. Wanneer je een te droge spons gebruikt kun je de verf beschadigen. Spoel geregeld de spons goed uit. 5. De spons uitspoelen en uittknijpen tot de spons niet meer druipt. Je werkt bij de ramen van onder naar boven. Dit is om lekstrepen te voorkomen. Spoel de spons geregeld uit en let er op dat de spons nat genoeg blijft zonder te druipen. 6. Droog met de zeem de kozijnen. 7. Gebruik een goede raamtrekker om het raam te drogen. Je begint links boven in de hoek en trekt dan in een vierkant langs het kozijn. Daarna trek je in een vloeiende beweging de trekker in horizontale banen om het raam te drogen. 8. De hoekjes en randen kun je eventueel nadrogen met de zeem. Hiervoor kun je ook een microvezeldoek gebruiken. 9. Wrijf als laatste de ramen na met een prop kranten. 10. Zeem de ramen liever niet in de zon. De ramen droger sneller, waardoor je sneller strepen krijgt.